Op 2 december 2021 vond volledig digitaal het symposium Kliniek van Bloedtransfusie plaats. Meer dan 180 mensen hebben deelgenomen aan dit middagsymposium dat jaarlijks georganiseerd wordt door de regionale gebruikersraad in de regio OOR-Zuid West-Nederland in samenwerking met Sanquin.
De titel van deze middag was: Uitdagingen bij de implementatie van de nieuwe richtlijn in de kliniek. In de meeste ziekenhuizen zijn de modulaire veranderingen van de richtlijn bloedtransfusie onder de aandacht gekomen, maar de implementatie en de naleving in de kliniek is helaas nog wat matig, merken we in de dagelijkse praktijk. In dit symposium hebben we daar opnieuw aandacht voor gevraagd door vier presentaties die hieraan gerelateerd zijn.
Casus dyspnoe na transfusie
De eerste casus werd gepresenteerd door Karin Weststrate, verpleegkundig specialist samen met Peter te Boekhorst, internist-hematoloog/transfusiespecialist, beide werkzaam in het Erasmus MC. Ook de meningen van Cynthia So-Osman, internist-hematoloog/transfusiespecialist bij Sanquin en Jo Wiersum van TRIP werden betrokken zodat de casus op een levendige en veelzijdige manier gebracht werd. Het betrof een jonge vrouw, die tijdens haar behandeling voor een AML klinisch in haar neutropene fase verslechterde vanwege een pulmonale infectie, en na transfusie van twee trombocyten- en een erytrocytenconcentraat per acuut hevig benauwd werd met snelle respiratoire achteruitgang. Daarbij werd een slechte hartfunctie vastgesteld. Na diverse overwegingen werden een TRALI, TRAMI (verwant aan een TRALI, maar dan met duidelijke betrokkenheid van het hart (M=myocard) in plaats van de longen) en TACO onwaarschijnlijk geacht. In de DD stond de infectie met multi-orgaanfalen bij deze sterk immuun-gecompromitteerde patiënt hoog bovenaan. Deze casus toont aan dat het zeer lastig kan zijn om te bepalen of er een relatie met gegeven transfusies zou kunnen bestaan.
Casus een patiënt met een Hb-pathie
De tweede casus voor de pauze werd gepresenteerd door Marieke Bokhoven, fellow hematologie en Peter te Boekhorst van het Erasmus MC met als titel: Sikkelcelziekte, beroerte en bloedtransfusie. De casus betrof een jonge man met homozygote sikkelcelziekte, die eerder een CVA had doorgemaakt. Voor de patiënt werd het behandelplan opgesteld om te wisselen met zes erytrocytenconcentraten om de kans op een recidief ischemisch CVA te reduceren. Volgens de richtlijn was het preventieve transfusieadvies voor deze patiënt zodanig (o.a. Fy(a)-, Jk(b)- en S-) dat er geen producten met deze criteria beschikbaar waren in de landelijke vrije voorraad bij Sanquin. Wel waren in de gereserveerde voorraad zakken beschikbaar voor andere patiënten. Via een interactief gedeelte in de presentatie zijn de deelnemers van het symposium gevraagd welke keuze zij zouden maken. Zouden ze gebruik maken van de gereserveerde voorraad bestemd voor andere patiënten die ook elk ogenblik die zakken nodig konden hebben? En zou hiermee het risico genomen worden met de hoop dat deze voorraad weer snel zou worden aangevuld? Of zou er een andere optie gekozen worden? De behandelend arts heeft gekozen om de voorraden voor de andere patiënten in tact te laten en de preventieve antigeenmatching te versoepelen. Hierdoor waren er zakken beschikbaar waar de patiënt mee gewisseld is, waarna geen antistoffenzijn gevormd. Deze laatste casus diende als illustratie dat de druk op getypeerde eenheden hoog kan zijn vanwege de nieuwe bepalingen in de richtlijn en dat we gezamenlijk de verantwoordelijkheid dragen hier bewust mee om te gaan.
Optimaal gebruik 0-neg producten
Het eerste deel van het vervolg van het programma na de pauze werd verzorgd door Adriaan van Gammeren en Jenesse van Boxtel, respectievelijk laboratorium specialist in het Amphia ziekenhuis en senior analist, transfusie serologie en moleculaire diagnostiek, uit het Jeroen Bosch ziekenhuis. Het publiek werd voorzien van tips en tricks, hoe O- negatieve producten optimaal te gebruiken. Met een presentatie met de pakkende titel ‘How low can you go’ nam Adriaan de luisteraars mee en vertelde hoe het verbruik van O- erytrocyten en trombocyten in het Amphia stapsgewijs is verminderd. Zo werd voor de O- erytrocyten in 2021 een percentage van 9,7% behaald, daar waar landelijk 14,3% van de uitgegeven eenheden O- is. Voor de trombocyten is in het Amphia bewust gekozen O+ en A+ op voorraad te houden en volgens de regel ‘oudste eerst, geen rekening houdend met bloedgroep compatibiliteit’ uit te geven. Dit heeft als voordelen minder verlies en directe beschikbaarheid in acute gevallen. De werkwijze zorgde niet voor een aantoonbare toename van het aantal transfusiereacties. Men verwacht dat de werkwijze geen nadelige effecten heeft voor de opbrengst van de trombocyten transfusie, maar dit wordt nog nader onderzocht. De tools om O- erythrocytengebruik te verminderen werden besproken door Jenesse. Door te sturen op o.a. de voorraad B- eenheden, de voorraad bestraalde erytrocyten aan te passen, in te zetten op ‘van dag tot dag sturing’, de betrokkenheid van de analisten nog meer te vergroten en een ‘ouderwetse’ snellere techniek, de buisjes methode, weer in te zetten voor de bloedgroep bepaling kon het verbruik van O- erytrocyten worden verlaagd.
Wat te doen als je patiënt bloed weigert?
De laatste presentatie had als titel: Als nee het antwoord is. Deze presentatie werd gegeven door Elise Huisman, kinderhematoloog en Marcel Voskamp, jurist, van het Erasmus MC. Aan de hand van een indrukwekkende casus werd het publiek geïnformeerd over de juridische, medische en ethische kaders bij bloedweigering. Als patiënten bloedproducten weigeren is dit vaak uit religieuze overtuiging. Het weigeren van bloed is niet zonder risico. Zo is door van Wolfswinkel e.a. (BJOG 2009;116:1103–1110) aangetoond dat onder Jehovah’s getuigen een zesvoudig verhoogd risico is op overlijden van de moeder bij de bevalling. Aan de hoeveelheid vragen in de chat kon worden afgeleid dat het een onderwerp is dat de interesse had van veel van de aanwezigen.
De symposium commissie, die opereert namens de regionale gebruikersraad ZW, kan terug kijken op een geslaagd online symposium.
Henk Russcher, klinisch chemicus, Erasmus MC
Huib Ceelie, klinisch chemicus, Franciscus Gasthuis & Vlietland